Al gehoord van het imposter syndrome - ook wel vertaald als oplichterssyndroom? Als iemand in je team er last van heeft, kan dit een grote impact hebben op zijn/haar mentale gezondheid en zelfzekerheid. Enorm belangrijk dus om het syndroom te herkennen en aan te pakken. Zo kan heel je team werkplezier ervaren en blijven groeien.
Bedriegers in mijn team? Nee toch!
“Hey, in ons team wordt niemand opgelicht!”, horen we je al denken. Maar bij het imposter syndrome gaat het niet écht om oplichting of fraude.
Wat is het dan wel?
Mensen die lijden aan het imposter syndrome geloven dat ze niet zo goed zijn in hun job als ze doen blijken. Ze maken zichzelf wijs dat hun succes te danken is aan externe factoren zoals geluk of hulp van anderen. Ze kampen dan ook met de angst dat hun collega’s hen betrappen op hun “oneerlijkheid”. Wie lijdt aan het imposter syndrome voelt zich onbekwaam.
Jobinhoud speelt geen rol
In ons RED Report 2021 lees je alles over hoe jobinhoud cruciaal is voor werkplezier. Meestal, toch! Want wie lijdt aan het imposter syndrome voelt zich onbekwaam ongeacht het takenpakket. Vaak gaat het zelfs over mensen met hun droomjob die het gevoel hebben dat hun succes onverdiend is. Zo zei zesvoudig Oscar-genomineerde acteur Tom Hanks in een podcast: "Maakt niet uit wat ik doe, er komt altijd een punt waarop ik denk: “Hoe ben ik hier geraakt? Wanneer gaan ze ontdekken dat ik, eigenlijk, een fraudeur ben en ze alles van mij afnemen?”
Waarom aanpakken?
Een hele hoop onzekerheid dus, die het werkplezier, het jobtimisme én de groei van de persoon in kwestie serieus in de weg kan staan. Daarom is het nodig om het imposter syndrome te herkennen bij je medewerkers en hen te overtuigen van hun eigen kunnen.
Hoe herken je het imposter syndrome?
Onzekerheid ligt vaak aan de basis van het imposter syndrome. Maar dat is niet altijd merkbaar. Integendeel. Vaak gaat het om de perfectionisten, de ‘work hard, play hard’-persoonlijkheden. Als zij hun eigen verwachtingen niet 100% inlossen, voelen ze zich soms al teleurgesteld.
Hoe onderscheid je dan de ‘gewone’ harde werkers van medewerkers die lijden aan imposter syndrome?
- Ze kunnen moeilijker complimenten aanvaarden voor hun prestaties. Ze voelen zich oncomfortabel en proberen het compliment af te wimpelen. Bijvoorbeeld door te zeggen dat het allemaal niet zo veel moeite was, of dat ze gewoon geluk hadden in een goed team te zitten.
- Ze wijzen vaker promoties of grote verantwoordelijkheden af.
Ze denken dat ze die kansen niet verdienen, of niet goed genoeg zijn om meer verantwoordelijkheid op te nemen.
Makkelijk is het in ieder geval niet. Maar liefst 70% van de mensen zou op een punt in hun leven last hebben van het imposter syndrome. Een fenomeen dat dringend aandacht verdient, dus!
4 tips om vanuit HR mensen met het imposter syndrome te helpen?
Het imposter syndrome is een koppig beestje. Een complimentje zal het niet doen verdwijnen. Maar dit kan je wel doen om te helpen:
- Zet de deur wagenwijd open voor medewerkers die hulp willen vragen.
- Door opleidingen aan te bieden kan je zij met deze onzekerheid helpen sterker in hun schoenen te staan.
- Maak het thema “je niet goed genoeg voelen” bespreekbaar. Las bijvoorbeeld een gesprek in met collega’s om momenten te bespreken waar ze trots op zijn en momenten waar ze zich machteloos voelden. Zo wordt het duidelijk dat niemand áltijd weet wat te doen.
- Een complimentje meer zal het verschil niet maken, maar blijf toch waardering tonen voor je werknemers. Durf luidop te zeggen: “Jij verdient het om hier te zijn”. Een schouderklopje doet wonderen!
Momentjes van twijfel zijn volkomen normaal. Maar laat het oplichterssyndroom jouw team niet naar beneden halen. Iedereen verdient de plek die hij/zij inneemt. Dat moet voor al je medewerkers duidelijk zijn.