“Ik zorg dat de room in de flesjes komt.” Zo omschrijft operator Bram Slaets z’n job bij FrieslandCampina aan vrienden. Bram: “Natuurlijk komt er veel meer bij kijken. Ik ken onze machines goed en mag opleiding geven.”
- Bram Slaets, 24
- Afvuloperator level 2 bij FrieslandCampina in Lummen
Hoe ziet een werkweek eruit voor jou?
“Elke week maakt de leidinggevende een weekplanning op. Ik sta meestal op de flesafdeling(PE), waar verpakkingen van 1, 2 of 5 liter worden gevuld. Af en toe spring ik bij op de andere twee afdelingen van FrieslandCampina hier in Lummen – bag-in-box of de spuitbusafdeling. Maar de machines op de flesafdeling(PE) ken ik veruit het best. Ik krijg altijd een gevarieerde planning. Sommige dagen sta ik aan de vulmachine, waar er in steriele flesjes room wordt afgevuld. Dan controleer ik bv. temperatuurwaarden, vulgewichten en vervang ik de aluminiumrol waarmee de flesjes worden verzegeld. Ook storingen verhelpen en roomwissels behoren tot deze taak. Soms sta ik bij het inpakken. Dan leg ik lege dozen op de plooimachine, vul ik etiketten bij en zorg ik dat er voldoende schroepdoppen aanwezig zijn voor de doppenopzet machine. De afdeling is volledig geautomatiseerd, enkel de verpakkingsmaterialen moeten we handmatig bijvullen. Op de inpak afdeling worden flesjes voorzien van een schroefdop, etiket en worden ze in de dozen gezet waarna de verpakking wordt gecontroleerd op lekken, ook het eindgewicht van de verpakking wordt op een weegschaal gecontroleerd, waarna de doos wordt gesloten en voorzien wordt van een label.
Wat is er zo leuk aan het werk als ‘aflosser'?
“Ik voel me gewoon het best in die functie (lacht). Ik los collega’s af wanneer zij pauzeren of bij change-overs. Dan leggen we de machine stil om andere kartons of etiketten, andere schroefdoppen of soorten room te gaan gebruiken. Ik ben technisch aangelegd en ken onze machines goed. Verder sta ik niet graag stil en ben ik een behulpzaam type. Dat maakt mij een ideale aflosser! Er zit altijd afwisseling in onze planning, maar ik word toch zo’n 70% van de tijd als aflosser ingezet. Als level 2 operator mag ik ook nieuwe mensen opleiden aan de machines. Dat doe ik graag. Vooral in de vakantieperiodes komen hier wel wat jobstudenten.”
Wat wist je niet over deze job toen je hier pas begon?
“Ik heb vroeger vakantiewerk gedaan in een fabriek waar de tijd was blijven stilstaan. Later kon ik aan de slag in een kleine brouwerij, waar men oude tweedehandsmachines gebruikte. Pas toen ik bij FrieslandCampina begon, besefte ik dat een ‘fabriek’ ook een moderne, geautomatiseerde en supercleane omgeving kan zijn. Hygiëne en veiligheid zijn bij ons enorm belangrijk. Als werkplunje draag ik veiligheidsschoenen, een uniform, oordoppen, een veiligheidsbril en een haarnetje tot over de oren. We moeten voor we de werkomgeving betreden door een hygiënesas, waar we onze handen wassen, drogen en met alcohol desinfecteren. Als we in de vulmachines gaan dragen we zelfs een mondmasker en handschoenen gedrenkt in alcohol. We krijgen ook trainingen rond voedselveiligheid. Dat is toch logisch, in een zuivelfabriek? Aan de machines wegen we elk kwartier flessen om het gewicht te controleren, en bij de inpak afdeling nemen we elk kwartier een staal dat in de broedkamer gecontroleerd wordt op bacteriën.”
Hoe kwam je bij FrieslandCampina terecht?
“Ik werk hier nu tweeënhalf jaar en heb intussen een vast contract. De vader van mijn vriendin werkt hier ook – van hem hoorde ik dat ik via Tempo-Team kon solliciteren. Ik ben blij dat ik deze job heb en laat dat zien door mijn inzet. Ik heb fijne collega’s en goede leidinggevende. Wat zou ik nog meer kunnen wensen?”
Zijn er fijne extra’s aan deze job?
“In de kantine is er elke dag gratis verse soep en in de zomer krijgen we gratis ijs. Verder kunnen wij onze producten aan voordelige prijzen kopen in het fabriekswinkeltje. Koken is een van mijn hobby’s en ik kijk graag naar kookprogramma’s op tv. Het is leuk om bekende tv-chefs te zien werken met producten van Debic, het kwaliteitsmerk waar veel restaurants bij zweren. Dan denk ik toch altijd: ‘Hé, dat flesje is op mijn machine gepasseerd! (lacht).”