Voor corona mocht 30% thuiswerken, vandaag is dat 40%. Ruim de helft (58%) doet dat om het werk beter af te stemmen op hun privéleven. 51% wil de dagen waarop men thuis werkt daarom flexibeler kunnen inplannen. Maar slechts de helft van de werknemers (51%) zegt dat hun werkgever daar duidelijke afspraken over maakt. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van HR-dienstverlener Tempo-Team* in samenwerking met prof. dr. Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.
Maar liefst 76% van de Belgen die thuis mogen werken doet dit. Dat is echter niet eenvoudig. 43% van de bevraagde werknemers zegt immers dat hun management te weinig oog heeft voor hun behoeften bij het thuiswerken. Zo wil 58% van de werknemers hun thuiswerkdagen beter kunnen afstemmen op hun privéleven. 51% geeft aan dat ze de mogelijkheid willen hebben om de dagen waarop ze thuis werken flexibeler in te plannen. Dit vraagt duidelijke afspraken met de werkgever. Toch worden in maar de helft van de bedrijven (51%) afspraken over flexibel thuiswerken effectief gemaakt. En dat gebeurt slechts in 25% van de gevallen rechtstreeks tussen de individuele werknemer en de leidinggevende.
Bij het maken van deze afspraken mag ook de impact op het werken op kantoor niet uit het oog verloren worden. Zo spreekt slechts 20% van de werknemers die thuis werken af met collega’s wanneer men naar kantoor komt. 30% heeft minstens 1 vaste dag waarop men op kantoor werkt zonder dat dit gecoördineerd wordt met de collega’s. En 24% mag zelf de dagen kiezen waarop men thuis werkt zonder afstemming met het team. Het gevolg is dan ook dat 42% van de werknemers amper collega’s ziet als men naar kantoor komt.
Voor werknemers met kinderen is flexibel thuiswerk extra belangrijk omdat ze de opvang van kinderen efficiënter kunnen regelen doordat ze minder tijd verliezen met pendelen. Hierdoor kunnen ze eventueel een tekort aan externe opvang tijdens de vakantiemaanden beter managen en zijn ze niet verplicht om daarvoor vakantiedagen op te nemen. Hiervoor moet er echter voldoende ruimte zijn om de werktijden aan te passen. Meer flexibiliteit over de organisatie van het werk is zowel voor werknemers als werkgevers nodig om in te spelen op specifieke en vaak tijdelijke noden, zoals schoolvakanties of piekmomenten op het werk. De flexibiliteit moet echter in twee richtingen werken zodat er nog voldoende fysiek samengewerkt wordt op kantoor zonder dat men te veel van elkaar vervreemdt en dat de bereikbaarheid niet in het gedrang komt. Hierover goede afspraken maken is dus nodig om zowel thuis- als kantoorwerk vlot en transparant te laten verlopen.
Waar blijft het thuiswerkbeleid?
Ondanks het feit dat thuiswerken wijdverspreid is in ons land laat een structureel thuiswerkbeleid in veel bedrijven en organisaties nog steeds op zich wachten in ruim 1 op 3 bedrijven. 29% van de werkgevers zegt de afspraken over thuis- en telewerk te hebben vastgelegd in een arbeidsreglement, 19% in een organisatiebreed charter en 17% in een apart charter voor telewerk. 73% van de werknemers die wel eens thuiswerken zeggen achter het telewerkbeleid van hun werkgever te staan.
Bij de werknemers zegt slechts 43% dat er bedrijfsbreed thuiswerkbeleid is. 41% zegt dat er helemaal geen beleid is en 16% weet het niet.
Het blijft voor veel werknemers en werkgevers zoeken naar de juiste balans tussen thuis- en kantoorwerken. Thuiswerk biedt meer flexibiliteit en is goed voor het evenwicht tussen werk- en privéleven. Kantoor is belangrijk voor het samenwerken als team en het ervaren van de bedrijfscultuur. De mix tussen duidelijke afspraken, goede communicatie, aangepaste tools en voldoende sociale interactie tussen collega’s is daarom het recept voor succes. Een aangepast en door iedereen in de organisatie gekend en gedragen beleid voor hybride werken is daarom van cruciaal belang.
*Dit blijkt uit een online bevraging van een representatieve steekproef van 2.500 arbeiders en bedienden en 250 werkgevers in België, representatief op het vlak van taal, geslacht en leeftijd. De enquête werd uitgevoerd tussen 10 november 2022 en 1 december 2022 door een onafhankelijk onderzoeksbureau in opdracht van Tempo-Team en in samenwerking met prof. dr. Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan KU Leuven.